Korte impressie
Als het toen echt ging winteren in de maanden januari en februari
dan kon je zeggen dat boeren vakantie hadden. Hij had dan niet zo heel veel te doen, buiten kon je dan niet veel doen want er was vanalles bevroren.
Alleen binnen stonden dan de koeien op stal en die moesten dan
wel gevoederd worden, en de stallen die vaak met stro waren
de wintermaanden waren toen ook uitermate geschikt om weer eens familie en vrienden te bezoeken.
Want in de komende maanden komt daar niet veel meer van. Zo gauw de ergste kou voorbij was en de vorst was verdwenen begon de boer alweer met het uitrijden van de mest die de afgelopen maanden geproduceerd was door zijn vee.
maar ook het omploegen van de akkers vergde heel wat tijd (vaak met paarden) Maar ook moest de zomerrogge gezaaid worden en even later ook de aardappelen gepoot.
In de maand mei gaan de meeste koeien van stal en gedreven naar de verschillende weides.
In juni na al heel wat regenbuien en zonnestralen steek ook het onkruid de kop op tussen de gewassen wat toen vaak met de hand "gewied" moest worden,
juli en augustus waren toen al de maanden dat het hoge gras gemaaid werd en bestemd was als hooi voor in de winter.
Maaien - schudden - opsteken op oppers, was ook toen een heel werk. Ook werd het dan tijd voor de graanoogst ( rogge)
Daarna kwam september en oktober met o.a. de aardappel oogst, wat nu even wat makkelijker gaat dan toen? Toen was het gewoon een vervelend -eentonig en langdurig werk,wat als men een groot perceel had wel enige weken in beslag nam.
Het enige mooie wat er voor ons kinderen aan was het verbranden van het aardappelloof wat nu ondenkbaar is vanwege alle milieuregels.
Ook het dorsen van de verschillende graansoorten met de "vlegel" was een vermoeiende bezigheid en nu ondenkbaar.
Dan hadden vele boeren ook nog wat appel- en perenbomen die geplukt moesten worden. Was dat allemaal gedaan dan werd ook het aardappelland weer geploegd waarbij de boerenkinderen vaak vooruit liepen meen mandje om de "vergeten" aardappelen op te rapen.